Met verschillende leraren is het fijn als er één is bij wie je terecht kan met al je vragen: jouw mentor.
Jouw mentor is één van de docenten van wie je les krijgt. In de brugklas heb je twee mentoren, dus heb je veel contactmomenten. De mentor is de persoon die jou helpt als je een vraag hebt. Ook is jouw mentor de contactpersoon voor jouw ouders of verzorgers. Zij komen elkaar tegen op informatieavonden, rapportbesprekingen en andere activiteiten.
Wanneer je een probleem hebt met een klasgenoot, als je boeken kwijt zijn, als je ergens mee zit, dan kan je dat delen met jouw mentor. Deze gaat jou helpen bij het zoeken naar een oplossing. Ook houdt de mentor jouw cijfers en je studiehouding in de gaten. Als het een keer wat tegenzit, gaat de mentor met jou in gesprek. Vaak ook met jouw ouders of verzorgers.
Als je extra begeleiding nodig hebt dan neemt de mentor contact op met ons leerlingbegleidingscentrum. Hier werken mensen die heel veel afweten van leerlingbegeleiding. De ondersteuningscoördinator helpt de mentor om de juiste begeleiding te vinden.
De ondersteuningscoördinator
Binnen onze school hebben wij veel medewerkers die van alles afweten over begeleiding en ondersteuning. Zij werken met elkaar samen op ons leerlingbegeleidingscentrum. Afgekort noemen wij dat ons ‘lbc’. De ondersteuningscoördinator speelt hierbinnen een belangrijke rol.
Op het loopbaancentrum wordt alle ondersteuning geregeld door onze ondersteuningscoördinatoren. Zij overleggen met mentoren, docenten, ouders en leerlingen om er achter te komen wat leerlingen nodig hebben om goed te kunnen leren. Voor iedereen is dit anders.
Het kan zijn dat één van de ondersteuningscoördinatoren helpt door gesprekken te voeren, of bij gesprekken met mentoren en docenten aanwezig te zijn. Ook kan een ondersteuningscoördinator andere hulp (ook door mensen buiten de school) regelen als dat nodig is. Natuurlijk worden jij en je ouders hierbij betrokken.
Op het lbc werken de ondersteuningscoördinatoren onder andere samen met remedial teachers, orthopedagogen, schoolmaatschappelijk werkers, de leerplichtambtenaar en de verzuimcoördinatoren. Door een nauwe samenwerking zorgen wij zo goed mogelijk voor passend onderwijs voor elke leerling die dat nodig heeft.
Op de middelbare school werk je anders dan op de basisschool. Daar had je vaak één meester, of juf. Soms ook weleens twee. Op Het Streek krijg je verschillende vakken van verschillende docenten.
In de brugklas houden we dit aantal docenten zo laag mogelijk. Dit betekent dat je het vak godsdienst en bewegingsonderwijs van dezelfde lerares kan krijgen, of Nederlands en Engels van dezelfde leraar.
De vakdocent geeft jou de uitleg die je nodig hebt om het vak te kunnen volgen. In elke les zit wel een stukje uitleg; vaak geeft de docent deze. Je kan ook zelf naar de uitleg kijken door gebruik te maken van internet. Als je de stof begrijpt, ga je aan de slag met jouw opdrachten.
In de les krijg je tijd om te werken aan de opdrachten. De docent loopt dan langs en helpt je. We vinden het belangrijk dat we elkaar helpen en vragen ook aan jou om andere leerlingen te helpen. Zo leren we met elkaar.
Lukt het even niet zo goed, dan neemt de vakdocent wat meer tijd voor jou, of een groepje leerlingen. Zo krijg je naast klassikale uitleg ook nog extra uitleg als dat nodig is. Meestal kan je hiermee aan de slag.
Toch nog lastig? De vakdocent maakt dan een afspraak om buiten de les om nog eens samen naar de opdracht te kijken, bijvoorbeeld in een pauze, of op een ochtend waarop jouw eerste les wat later begint.